Sok- en schoenadvies

Sokadvies

Mensen met diabetes hebben regelmatig problemen met hun bloedvaten. De bloeddoorstroming in de voeten en tenen is dan onvoldoende om de huid goed van zuurstof te voorzien. Als gevolg hiervan wordt de huid dunner en voelt kouder aan. De huid wordt kwetsbaar. Ook mensen die bijna altijd koude voeten hebben, zonder slechte bloedvaten te hebben, hebben een kwetsbaardere huid. De bloedvaten zijn dan dunner of knijpen sneller dicht.

• Trek dagelijks schone sokken of kousen aan.
• Let op de pasvorm van de sokken of kousen. Deze mogen niet te klein en ook niet te groot zijn. Een te kleine sok zorgt voor overdruk en een te grote sok kan gaan plooien, waardoor ook drukplekken kunnen ontstaan.
• Let op de boord van de sok, deze mag niet te strak zijn, zodat deze uw been afknelt. Bij een te losse boord kan de sok afzakken en wordt de kans op vallen vergroot.
• Let op de dikte en locatie van de naden. Deze kunnen drukplekken veroorzaken. Er zijn sokken en panty’s met niet voelbare naden verkrijgbaar. U kunt uw sokken of panty’s ook binnenstebuiten dragen.
• Let op de dikte van het materiaal. Een te dikke sok geeft druk in de schoen.
• Katoenen sokken hebben de voorkeur boven polyester/nylon kousen. Katoenen sokken nemen vocht op. Bij synthetische materialen is er meer kans op warmte, vochtigheid en wrijving, waardoor er makkelijker een blaar of eelt ontstaat.
• Draag geen sokken die versleten zijn. Een sok welke doorgesleten of stuk is kan drukplekken/eeltplekken veroorzaken.
• Een wandelsok heeft vaak een goede absorptiemogelijkheid en beschermt de voet beter op kwetsbare locaties.
• Tegenwoordig zijn er speciale diabetes sokken. Diabetessokken bevatten Celliant garen. Dit garen zorgt voor een betere doorbloeding en hogere zuurstofniveaus in de huid. In Celliant garen zijn microscopisch kleine minerale deeltjes verwerkt, die lichaamswarmte reflecteren en dus warmte teruggeven. Het is wetenschappelijk aangetoond dat de doorbloeding met 12 % toeneemt. Voor mensen met een kwetsbare huid of altijd koude voeten kan het dragen van sokken, waarin dit garen verwerkt zit, grote voordelen hebben.

Schoenadvies

Beperk het risico op drukplekken, maar ook het vallen met de volgende schoenadviezen.

• Koop uw schoenen altijd in de namiddag. In de loop van de dag worden uw voeten namelijk dikker. Zo koopt u schoenen die goed passen.
• Zorg dat uw voeten goed opgemeten worden, iedere keer als u nieuwe schoenen gaat kopen. Niet goed passende schoenen kunnen voor iemand met een diabetische voet gevaarlijk zijn.
• Schoenen moeten zowel in de lengte als in de breedte, maar ook in de hoogte, voldoende ruimte bieden. Als u staat, moet de schoen 1 cm langer zijn dan de langste teen.
• De grootste voet is leidend in het aanschaffen van goed schoeisel. Let op! Schoenmaten zijn een richtlijn! Het ene schoenmerk valt anders dan het andere schoenmerk.
• De neus van de schoen mag nooit te spits toelopen, maar hoort in overeenstemming te zijn met de vorm van de voet.
• Pas altijd beide schoenen in de winkel. Het is normaal dat de ene voet langer is dan de andere. Koop schoenen altijd op de langste voet.
• Pas schoenen altijd staand. Als u staat zijn uw voeten wat langer dan wanneer u zit, door het gewicht wat erop komt.
• Laat uw voeten elk jaar opmeten. Uw voeten veranderen naarmate u ouder wordt.
• Loop in de winkel een paar rondjes met beide schoenen aan. Bij twijfel niet kopen. Een goede schoen hoeft u niet in te lopen.
• Belangrijk voor de ondersteuning van de voet is dat het contrefort (de hielversteviging van de schoen) stevig is. Deze kap zit aan de achterkant van de schoen en mag niet gemakkelijk vervormen.
• Schoenen met een veter- of klittenbandsluiting hebben over het algemeen een betere pasvorm dan ‘instappers’. De wreefsluiting geeft extra stevigheid aan de voet.
• De hak van de schoen mag maximaal 2 – 3 cm zijn (maar ook niet lager dan 1 cm). Is de hak hoger dan ontstaat een verhoogde druk onder de voorvoet. Voor een goede stabiliteit van de voet dient de hak breed te zijn.
• De afzetfase tijdens het lopen, gebeurt over de voorvoet. Een schoen moet ter hoogte van de voorvoet zijn buigpunt hebben.
• Let op dat er geen stiksel en/of naden en versieringen op en in de schoen lopen. Stiksel, naden en versieringen geven niet mee en worden niet soepeler. Deze kunnen voor drukplekken op de voeten zorgen.
• Heeft u zolen of ortheses die u wilt dragen in de schoenen? Neem deze dan altijd mee naar de winkel en pas de schoenen met uw zolen of ortheses.
• Haal een eventueel uitneembaar voetbed uit de schoen als u zolen draagt. Op deze manier verliest u geen ruimte in de schoen. Verzeker u ervan dat de binnenzool vlak is voor u de zool in de schoen plaatst. De zool moet vlak in de schoen liggen.
• Het is mogelijk dat uw confectieschoenen niet voldoende bescherming bieden. Uw podotherapeut adviseert u dan om een specialist te raadplegen. Deze bepaalt of u (semi)orthopedische schoenen nodig heeft.